Visie: Het hoe
en waarom
Het creeren van een weidevogelparadijs
door het behoud van veenweidelandschap
op ‘eigen grond’

De ontwikkeling van weidevogelnatuur is vooral effectief en zinvol als dit in een groter en afgerond gebied kan worden gerealiseerd. Veel studies geven hierbij een minimale grootte van 100 hectare aan. De Weide van Ter Heide omvat een gebied van ongeveer 25 hectare. Als op de naburige graslanden In Peereboom en Opperwoud dezelfde maatregelen kunnen worden doorgevoerd kan dit gebied door oa. hogere grondwaterstand één van de beste weidevogelgebieden van Nederland worden.
Afhankelijk van de omstandigheden kunnen in al deze graslanden namelijk ook zwarte stern, visdief, kluut, kwartel, kwartelkoning en wintertaling broeden. De graslanden zijn voor veel vogelsoorten broedgebied, maar hebben ook een functie als slaapplaats voor (doortrekkende) grutto’s, als foerageerplek voor vliegvlugge jonge grutto’s en zijn zeer in trek bij tientallen tot honderden doortrekkende steltlopers en eenden vanuit andere gebieden, zoals kemphaan, tureluur, bosruiter, witgatje, groenpootruiter, zwarte ruiter, bonte strandloper en watersnip.
In de wintermaanden wordt het gebied een pleisterplaats voor kieviten, goudplevieren en winterganzen

Beeld: Jan van der Geld
Slaapplaats van grutto’s

Weide van Ter Heide aan de Zeedijk ten noorden van Uitdam
Beeld topweidevogelgebied
tekening Elwin van der Kolk
Weidevogelnatuur
Dankzij verdergaande beheermaatregelen dan tegenwoordig gebruikelijk, (hogere grondwaterstand en een stop op bemesting) zullen we veel elementen van de Waterlandse natuur van “vroeger” (80-100 jaar geleden) terugvinden in dit gebied. Denk hierbij aan nat grasland, geringe bemesting, lage veebezetting, laat maaien en rust. Dit gebied wordt daarmee een voorbeeld van de Waterlandse natuur van vroeger. Deze natuur is wel kwetsbaar en bedreigd. De nodige agrarische bewerkingen zijn daarom van zeer extensieve aard. Het grasland wordt laat gemaaid. Extensieve begrazing door vee dient alleen het belang van de natuur. Het beheer van het oppervlaktewater staat ten dienste van de weidevogelnatuur.