Krakeend

Bij de krakeenden is het mannetje grijs met een heel verfijnde tekening, een bruine kop en zwart achterwerk. Het vrouwtje met fel oranje snavel is bruin van kleur en lijkt op de wilde eend. Krakeenden leven in open water en ruige oevers met veel soorten planten. Krakeenden hebben een voorkeur voor door mensen gemaakte gebieden, zoals dammen en taluds. Daar groeien de algen en wieren die krakeenden graag eten. Ze nestelen goed verstopt tussen droog gras en bladeren. Krakeenden overwinteren in het warmere zuiden.

Geluiden: mannetjes tijdens de balts hoge fiep-geluiden, afgewisseld met een droog “è”. Vrouwtjes snateren:

’krak krak krak’

  weidevogeltellingen